ineke-en-wolter.reismee.nl

van Bluff naar Dunedin

Vandaag rijden we langs de kust van Bluff naar Dunedin. We nemen de 'scenic southern costal route' langs de Pacific oostkust van het Zuidereiland. Voordat we de stad Invercargill uit zijn duurt het even want we rijden nogal eens verkeerd. (Je kunt je de discussies in het 'tullepie' wel voorstellen. Maar het valt niet mee hoor zonder Tomtom!!) Maar uiteindelijk lukt het en zijn we onderweg naar Dunedin. Onderweg pakken we nog een stukje gravelweg dus stof alom.
Dunedin is een soort van herstichtte Edinburg. (Dunedin is dan ook de Keltische naam voor Edinburg). De stad werd indertijd gesticht door een groep van afgescheidenen van de Schots Presbyteriaanse Kerk die het ergens niet mee eens waren. (Klinkt bekend trouwens) Afijn veel Schotten dus hier in Dunedin. Eerst zoeken we in het centrum naar het i-Centre (VVV zeg maar) waar we een stadsrondrit en een bezoek aan de Speight's brouwerijen boeken voor morgen.
We vinden een prachtige [kleine] camping op redelijke loopafstand van het centrum in de Leigh valley.

De Milford Sound

Van Wanaka vertrekken we naar de Milford Sound. Een hele rit maar we hebben even overlegd en we moeten het schema wat aanpassen want we hebben niet alle tijd van de wereld meer. We besluiten Queenstown over te slaan. We hadden toch al geen zin in 'Bungyjumpen' of 'Skydiven'. Ik had wel met Ingeborg zo'n Rafttocht over de rivier willen maken maar dat bewaren we maar voor de volgende keer! Op naar de Milford Sound in het 'Fiordland' dus. We rijden via de 'Crown Range Road' over de Cardrona Range van Wanaka naar Queenstown. Deze weg is de hoogst gelegen 'snelweg' (2 baans) van Nieuw Zeeland en biedt prachtige vergezichten. Het weer werkt mee (wisselend bewolkt met zo nu en dan een spatje). We slaan Queenstown dus over en rijden door naar Te Anau. In Te Anau reserveren we alvast een boottocht voor de volgende dag en informeer ik telefonisch naar de campings in Milford Sound zelf. MS ligt aan het einde van een doodlopende weg van 120 kilometer dus ik kom er liever niet ter plekke achter dat alles vol is. In de Milford Lodge hebben ze alleen nog maar 'unpowered sites' maw plekken zonder stroom. Dat is geen probleem want de koelkast is koud genoeg en buiten is het ook niet echt warm meer. We rijden vol goede moed richting Milford Sound en het begint steeds harder te regenen. We hadden al gelezen dat MS de natste plek op aarde is maar nu merken we het zelf ook. (gemiddeld 7 METER regen per jaar en in een topjaar hadden ze zelfs 14 meter water!)
Gezien de buitentemperatuur en de regen laten we Ingeborg in een soort van eenpersoons 'Cabin' (leek wel een cel) maar met een kacheltje en een goed bed slapen. We staan gewoon op de parkeerplaats en krijgen een stickertje voor het raam 'unpowered place'.
De Milford Lodge is een backpakkers hostel/camping/lodging wat wel een aparte sfeer geeft. Erg internationaal. Heb gezellig met een paar Ierse/Engelse jongens staan kletsen.
Maandagochtend gaan we met de boot van 10:30 een mooie tocht door de fjord maken. Als we vertrekken is het soms droog. . . Maar mooi die tocht! Onbeschrijfelijk die hoge bergen die rechtop uit zee oprijzen, enorme watervallen die twee keer zo hoog zijn als de Niagarafalls, zeehonden en dolfijnen. De pinguins laten zich jammer genoeg niet zien. De schipper is een grapjas die de neus van de klipper even door de waterval laat gaan zodat je het donderend geweld van dichtbij kunt meemaken als je op het voordek staat. Als we de fjord uitkomen en heel even de Tasmanzee op gaan merk je dat direct aan de enorme deining. De boot rolt stevig en al helemaal als hij moet keren om de fjord weer in te gaan.
We hebben het meeste van de trip buiten gestaan om zo veel mogelijk te zien. Aan het einde zijn we dan ook totaal verkleumd. (Ineke en ik hadden onze fietsregenpakken voor alle zekerheid aangetrokken en waren dus niet nat. Waar een echt hollands fietsregenpak al niet goed voor is!!)
Gauw even wat warms eten en verder naar het zuiden, naar Bluff bij Invercargill het meeste zuidelijke puntje van het Zuidereiland.
Als we vertrekken uit de Milford Sound begint de zon te schijnen, en schijnt dan weer de hele dag.
We rijden door heel afwisselend landschap, regenwoud, bergen, vlak landschap met veel schapen en staan bij op het strand. Bij dit stukje kust kan het soms flink waaien aan de bomen te zien.

Verder naar het zuiden

Ondanks de zware dag van gisteren is het opstaan geen probleem. We staan al vroeg op omdat we Lake Matheson willen bekijken. Dat is een meertje hier vlakbij waarin de bergen zich spiegelen als je er tenminste vroeg bij bent. We zijn er al om 9 uur en het is 'net an' zoals je op de foto's ziet. Om bij dat meer te komen moeten we een wandeling van 40 minuten doen maar dat is kinderspel na gisteren.
Na het meer rijden we nog even langs de Fox Glacier een 'broertje' van de FJ. Beide zijn weer groeiend na een aantal jaren van terugtrekken.
In Fox Glacier Town doen we nog wat boodschappen en gooien we de tank weer vol want tankstations zijn hier aan de westkust dun gezaaid. Het duurt soms meer dan 100 kilometer voor je weer kunt tanken. Je moet de benzinemeter dus goed in de gaten houden en op tijd tanken.
Via de Haast-pass rijden we naar Wanaka. Een prachtige rit door een nauwe pas door de bergen. Het is een weg over een oud Maori-bergpad met mooie vergezichten en watervallen en zo.

Gletsjers

We besluiten een mooie bergwandeling te maken naar Roberts Point waar we volgens de folders een prachtig uitzicht over de FJ-gletsjer hebben. Er staat wel bij voor dat het voor geoefende bergwandelaars is maar dat zijn we tenslotte.
Tegen 12-en gaan we omhoog en krijgen gelukkig eerst nog een lift - van een engels echtpaar in een grote camper - naar de parkeerplaats aan de voet van de gletsjer. Dat scheelt toch weer een dik half uur.
Volgens het bordje bij de ingang is het een 5-en-een-half-uur heen-en-terug tocht. Met in ons achterhoofd eerdere tochten waarbij dit een overdrijving van ca. 20% is denken we in 4 uur terug te zijn. Hoe fout! Het is bijna 6 uur en erg zwaar. We volgen min of meer de route van het water over beekbeddingen en steile rotspaadjes. We hoeven nog niet net in de touwen. Omhoog is redelijk zwaar en kost aardig wat zweetdruppels. Als we ons om een uur of drie op het platform hijsen is het uitzicht inderdaad indrukwekkend. De gletsjer, de bergen, een Kea (soort van wilde papagaai) die gaat zitten poseren. Fantastisch en de tocht meer dan waard. Boven zijn ook nog een paar Canadezen (Nova Scotia) en daarmee nog een gezellig gesprek gevoerd. Maar dan terug! Ik wil er niet te veel over uitweiden maar we zijn alledrie een paar keer flink onderuit gegaan over de glibberige stenen en ik heb zelfs een keer op een mijn rug glijdend een paar meter overgeslagen (moet je ook niet meer doen als je 57 bent). Als we om kwartoverzes dan ook weer de parkeerplaats oplopen durven we geeneens meer op een lift te hopen want we zitten onder de modder (aan de buitenkant) en de binnenkant is bij mij tenminste behoorlijk beurs.
We lopen dan terug naar het dorp (nog drie kwartier) en ploffen neer bij de camper. Eerst schoenen uit en dan een biertje dan douchen en daarna op tuk!!

Naar het zuiden

Vanuit Marahau vertrekken we rond een uur of tien om verder naar het zuiden te gaan. We rijden [weer] een prachtige rit. Het gaat via Motuska Valley Highway richting Westport.
Onderweg maken we een aantal stops om te fotograferen en in Lyell (ook een verlaten gouddelverplaats) een mooie wandeling.
Op goed geluk pakken we onderweg een camping langs de weg. Het blijkt een nog net niet of net geopende camping te zijn waarbij nog niet veel functioneerde. (Geen warm water, geen douche). We hoeven dan ook maar $ 20,- (is ongeveer € 12,-) te betalen dus we hebben ook niet veel te klagen.
's Morgen al weer op tijd op om verder langs de kust naar de Franz Josef Glacier te rijden. Het weer is fantastisch. 's Nachts wat regen maar overdag erg zonnig en dat is uitzonderlijk voor de westkust van het Zuidereiland.
We rijden eerst naar Punakaiki waar we de 'Pancake rocks and blowholes' bekijken. Een prachtige gelaagde rotsformatie langs de kust me grote 'gaten' waardoor de Tasmanzee met veel geraas heen en weer gaat. Daarna gaat het via Greymouth naar Hokitika waar veel jade-bewerkingstudio's zijn. Je kunt de bewerkers aan het werk zien en uiteraard een en ander kopen.
Als we Franz Josef binnen rijden regent het pijpenstelen. Gauw een camping (met douche) zoeken en even het dorp verkennen. Daar zijn we dus zo mee klaar want het zijn in totaal 7 straten. Terwijl we in het dorp(je) zijn komt de zon weer door en dat geeft een fantastisch gezicht op de omringende bergen. Omdat we geen zin hebben om te koken en langs een uitnodigend [Speights] eethuis komen gaan we lekker uit eten.

Abel Tasman Park

Het Abel Tasman park (of zoals ze hier zeggen 'ebel têzmên') is een nautisch park met regenwouden. We worden vanmorgen om 9 uur al 'opgeladen' in een soort van speedbootjes op een trailer achter een trekker. Begint dus wat vreemd. We hobbelen in de bootjes achter de trekker naar de zeekade en worden vervolgens in de zee uitgeladen. Het getijde verschil is hier behoorlijk en door de langzaam oplopende kust is er een gigantische 'laag tij strand'. Eenmaal op zee varen we langs de kust naar het noorden. Eerst varen we langs Split Apple Rock en worden om even voor 10 uur afgezet in Onetahuti een prachtige baai. Vlak voor dat we worden 'uitgeladen' komen we langs Tonga eiland waarop zich een flinke zeehonden kolonie bevind, maar we zien er maar een paar, dit zijn vlgs onze gids de mannetjes die op hun rots op de vrouwtjes wachten.
Vanaf Onetahutibeach lopen we naar Torrent bay waar we dan rond 4 uur weer worden opgepikt na een wandeling van ongeveer 15 kilometer. Een ander gedeelte van de bezoekers gaat in kayaks (met een gids) over zee weer terug naar Torrent bay.
We lopen langs de grillige kust dalend en stijgend door het regenwoud weer naar het afhaalpunt. Onderweg worden we getrakteerd op prachtige vergezichten op de mooie baaien, stranden, inhammen en rivierdelta's. (De foto's zeggen wel genoeg denk ik)

Van Canvastown naar Marahau

Een rustige start. Het is bewolkt en droog, maar vannacht heeft het langdurig geregend. We ontbijten toch weer buiten. Als we vertrekken komt de zon erbij. Het is erg rustig op de weg, wel prettig rijden zo, want Wolter kan zijn stuurmanskunsten tonen in het bochtenwerk. Gaat hem goed af.
We zijn op weg naar het Abel Tasman Park, weer een National Park. We stoppen in Nelson, een leuk stadje waar veel kunstenaars wonen, leuke winkeltjes dus. We lopen een poosje rond, Wolter koopt een paar slippers en we lunchen in een leuk zaakje.
Onderweg nog even gestopt bij het standbeeld van onze Groningse Abel Tasman, geboren in Lutjegast.
Toch af en toe een fikse bui maar dat duurt nooit lang. Vanaf Nelson rijden we langs de kust, de Tasman Baai, prachtig blauw.
Om een uur of vijf komen we aan op Beach Motorcamp, die z'n naam waar maakt, camping aan het strand, waar we direkt voor morgen een tocht met de watertaxi bespreken, het wordt mooi weer voorspelt men.
En dan moet het er toch van komen: de was. Iedere camping heeft grote wasmachines en ook grote drogers en een of twee droogmolens, dus geen probleem, zo gepiept.
's Avonds kijken naar de prachtige sterrenhemel, en waar we het Zuiderkruis vermoeden is het helaas bewolkt.

Naar het Zuidereiland

Vandaag vertrekken we met de boot van 14:00 uur vanuit Wellington naar Picton op het Zuidereiland. Een boottocht van ongeveer 3 uur. Omdat we wat tijd over hebben gaan we eerst nog even naar de Upper Hutt Valley om Ineke het prachtig stukje regenwoud en het mooie 'Rivendell' te laten zien nu het mooi weer is.
Daarna terug naar Wellington en op de boot. Toen we (afgelopen donderdag) aankwamen en ik via het internet de overtocht wou boeken op zaterdag konden we in het weekend alleen ‘s avonds om 20:00 vertrekken en verder was alles 'sold out'. Op zich niet leuk omdat je dan bijna niets van de reis ziet want alles is donker. Afijn toch maar geboekt anders moesten we tot maandag wachten. De 'buurman' echter (een Kiwi uit Christchurch) zei ons gewoon te bellen en vaak kun je dan gewoon je overtocht omzetten. En inderdaad, ik belde op en onze reservering van zaterdagavond kon gewoon worden omgezet naar zondagmiddag 14:00.
Dus bij stralend weer de boot op en op naar het zuiden. De overtocht op zich is al prachtig. Vooral als je de 'fjorden' van het Zuidereiland invaart. Dus veel op passagierdek gestaan! Om even na vijf uur rijden we al weer in Picton van de boot af en gaan we in de richting van Nelson. Halverwege ongeveer ben ik het zat en zoeken we een camping in het plaatsje Canvastown een oud goudzoekers gehucht. Op de kaart staat een camping aangegeven maar die blijkt 8 kilometer het binnenland in te zijn. Toch maar gedaan en wat was het een leuke camping! Bijna leeg en een plek met een kampvuur! Aardige mensen en heel veel vogeltjes. En helaas vliegjes, want waarschijnlijk maken we voor het eerst kennis met de beruchte 'Sandflies'. Gek genoeg hebben Ineke en Ingeborg er meer last van dan ik terwijl dat thuis andersom is. (Zal wel een gevalletje van 'downunder is alles andersom' zijn)